In de veehouderij én in de humane geneeskunde is er discussie over de bestrijding van besmettelijke virussen. We kunnen van beide leren om bestrijdingsprogramma’s succesvoller te maken!
Vorig jaar startte in Nederland het landelijke bestrijdingsprogramma voor BVD en IBR, twee virussen die voor grote gezondheids- en financiële problemen zorgen in rundveehouderij. Voor BVD houdt dit in dat BVD virus dragers worden opgespoord en er wordt gemonitord wordt of er contact met virus is geweest, onder ander door het testen op aanwezigheid van antistoffen.
In de humane geneeskunde is men in Europa en de VS in de ban van diverse uitbraken van mazelen. De reden voor de terugkeer van deze ‘vergeten’ ziekte? Een teruggang in de vaccinatiegraad door een toename in het aantal ‘anti-vaxxers’: mensen die om religieuze of andere redenen hun kinderen niet laten vaccineren. Vaak liggen een gebrek aan kennis en een hoge dosis verkeerde informatie aan de basis van deze houding.
Welke lering kunnen we trekken uit de mazelen uitbraken en de ervaringen van andere landen die al langer bezig zijn met BVD bestrijding?
De eerste les is dat deze virussen niet verdwijnen. Met een goede aanpak kan de besmettingsgraad drastisch verlaagd worden, maar helemaal verdwijnen doet het virus bijna nooit. Dat zien we aan de uitbraken van het mazelenvirus waartegen al sinds 1976 gevaccineerd wordt en ook aan de uitbraken van BVD in landen waar al 10 jaar een bestrijdingsprogramma actief is. Dit betekent niet dat alle inspanningen vruchteloos zijn, maar het zegt ons wel dat we goed moeten kijken naar de opbouw van het bestrijdingsprogramma. De randvoorwaarden daarvoor zijn:
1. Iedereen zou mee moeten doen. Een bestrijdingsprogramma dat alleen geldt voor een deel van de populatie is minder effectief dan wanneer iedereen meedoet. Dus het beste resultaat wordt behaald wanneer alle soorten rundveebedrijven in Nederland meedoen.
2. Verwacht niet dat het BVD virus volledig verdwijnt: zodra de bescherming wegvalt kan het virus weer voet aan de grond krijgen in populaties die er geen afweer tegen hebben.
3. Bescherming begint aan de basis: met een goede bioveiligheid en vaccinatie. Zo krijgen virussen niet de kans om vat te krijgen op een bedrijf of op een dier.
Eigen verantwoordelijkheid
Het mooiste zou zijn als alle rundveebedrijven in Nederland werk maken van BVD bestrijding. Dit geldt voor zowel melkvee als vleesvee. Spoor je dragerdieren op, verwijder ze en zorg voor een goede bescherming op bedrijfsniveau door de juiste bioveiligheidsmaatregelen en door de koppel te vaccineren. Zo krijgt een BVD virus niet de kans om voor een uitbraak te zorgen. En als er een uitbraak komt is jouw koppel in elk geval beschermd.
Om veehouders te verenigen in de bestrijding van BVD en alle rundveebedrijven te laten profiteren lanceert Boerhringer Ingelheim het project ‘Samen voor Zero’. Voor iedere 2 dieren die voor de 1e keer tegen BVD gevaccineerd worden, doneert Boehringer Ingelheim 1 BVD vaccin aan de gebruikers van haar vaccin in 2020. Samen zetten we de basis voor een BVD-vrij Nederland.
Meedoen? Vraag uw dierenarts of kijk op onze website voor de voorwaarden