Hoesten, snotneuzen, verhoging, niet eten, het zijn de bekende tekenen van een kalf met luchtwegproblemen.
Wat we in de volksmond gewoon een kalververkoudheid of pinkengriep noemen, heet officieel Bovine respiratory disease complex (BRDc). Die laatste toevoeging, het woord ‘complex’, wordt vaak weggelaten, maar is eigenlijk heel treffend. Luchtwegaandoeningen hebben nooit maar één oorzaak, het is een complexe samenloop van omstandigheden.
Externe en interne factoren
Die samenloop van omstandigheden kunnen we onderverdelen in externe en interne factoren. De externe omstandigheden zijn dingen buiten het kalf, zoals omgevingstemperatuur, tocht, aanbod van voer, stressfactoren en andere factoren in de omgeving.
Interne factoren zijn de aanwezige ziekteverwekkers en de algehele weerstand van het kalf. De samenstelling en het energiegehalte van het voer en de opname ervan, maar ook andere aandoeningen kunnen de weerstand beïnvloeden. Longgezondheid is een balans: naarmate er meer factoren van invloed zijn, kan de balans doorslaan naar een bepaalde kant. Een kalf wordt ziek als de weerstand laag is en de ziekteverwekkers aanwezig zijn. Zonder ziektekiemen wordt een kalf niet verkouden, ook al is het nog zo koud. En in een ideaal klimaat kan een kalf veel ziektekiemen gewoon de baas en zal er ook niet ziek van worden.
Meerdere ziektekiemen
Ziektekiemen spannen samen. Bij het onderzoeken van kalveren met luchtwegproblemen worden meestal meerdere ziektekiemen aangetroffen. Het is een bekend fenomeen dat virussen de cellen van de luchtwegen kapot maken, waarna bacteriën kunnen binnendringen en voor (extra) problemen kunnen zorgen.
Dit blijkt ook uit resultaten van bloedonderzoek van rundvee in Nederland in het afgelopen jaar (2021).
Antistoffen tegen ziekteverwekkers
In ongeveer een derde van de monsters worden antistoffen gevonden tegen de virussen BRSV en PI3 en de bacterie Mycoplasma Bovis (M. bovis). Voor Mannheimia (Mh) zien we dit iets minder vaak, namelijk 18% van de bloedmonsters bevat antistoffen tegen deze ziektekiem.
Wanneer we in meer detail kijken, zien we dat vaak er vaak tegen meerdere verwekkers antistoffen aanwezig zijn. Neem de monsters waarin BRSV-antistoffen worden gevonden; in twee derde van die monsters worden ook antistoffen tegen andere ziekteverwekkers aangetoond. Datzelfde zien we terug bij de andere ziektekiemen. Het vaakst wordt een combinatie van antistoffen tegen twee of meer verwekkers gevonden. In de praktijk betekent dit dat er altijd wel een virus (BRSV en/of PI3) onder deze dieren is rondgegaan.
Een menginfectie van alleen bacteriën komt het minst vaak voor. In de helft van de gevallen dat M. bovis en Mannheimia aangetoond worden, worden zij dan ook geholpen door een virus.
Vaccinatie zet virus buiten spel
Deze resultaten uit het veld geven duidelijk aan dat een hoop problemen al voorkomen kunnen worden door enkele virussen buiten spel te zetten. Door vaccinatie kan het kalf beschermd worden tegen de meest voorkomende virussen BRSV en PI3. Hiermee wordt het risico op het BRD complex verminderd. Dit helpt het voorkomen van verkoudheid onder de kalveren en zorgt voor rust in de stal, voor zowel de kalveren als de kalverhouder.
*Bron: interne data Boehringer Ingelheim Animal Health