Managen is keuzes maken. Studenten krijgen het met de paplepel ingegeven in de school- en universiteitsbanken, bedrijfsleiders prediken het ten overvloede. Ook voor veehouders is het een gegeven dat staat als een huis en in hun geval zijn deze keuzes veelal gericht op een efficiënte en gezonde veestapel.
Met focus op het zelf gekozen fokdoel de juiste (fokkerij)strategie kiezen. Zo eenvoudig klinkt het managen van een veestapel. Maar we weten allemaal dat dit geen eenvoudige opdracht is. Want keuzes maken vraagt de juiste informatie over de veestapel. Keuzes die ook gevolg hebben voor de latere prestaties van de veestapel, dus ook van het bedrijfsrendement.
Wist u bijvoorbeeld dat de 25 procent beste bedrijven voor het kengetal Better Life Gezondheid dertig dagen winnen in tussenkalftijd, 48 procent minder ketose hebben, 38 procent minder subklinische mastitis of 45 procent minder stinkpoot hebben dan de 25 procent mindere bedrijven? De juiste vaarskalveren opfokken bespaart u dus niet alleen de bijhorende opfokkosten, maar levert u ook op de langere termijn meer rendement én meer werkplezier op.
Hoe die keuze maken?
Niet alleen dient u met regelmaat te bepalen welk dier met welke stier (conventioneel of gesekst, melkras of Belgisch witblauw) geïnsemineerd wordt, elk jaar opnieuw moeten veel veehouders bepalen welke vaarskalveren ze aanhouden en welke niet. Maar welke kalveren kiest u en vooral op basis van welke informatie? Kijkt u naar de kalveren? Of voegt u daar de verwachtingswaarde van de kalveren aan toe? Of kiest u ervoor om zoveel mogelijk informatie over de dieren te hebben – bijvoorbeeld ook van eventuele erfelijke kenmerken?
De meeste (en meest betrouwbare) informatie komt van een merkertest, net zo betrouwbaar als de informatie van een derdekalfskoe. Via het DNA in de haren (haarzakjes) of een oorbiopt kunnen we het genetisch potentieel van elk vaarskalf snel in kaart brengen, zodat u weet wat zij kan bijdragen aan het fokdoel van uw veestapel.
Waar een verwachtingswaarde een eenvoudig oudergemiddelde is dat geen rekening houdt met welke genen een kalf precies van vader of moeder meekrijgt, geeft de genoomfokwaarde een veel preciezer beeld: een kalf dat meer ‘goede’ genen van de ouders kreeg, zal hoger uitkomen dan een volle zus die toevallig vooral ‘slechte’ kopieën heeft meegekregen. En dat terwijl ze exact dezelfde verwachtingswaarde hebben. Een verwachtingswaarde geeft gemiddeld bekeken een betrouwbaarheid van ongeveer 30 procent, terwijl deze van een genoomfokwaarde rond de 60 procent ligt.
Kiezen met merkerinformatie
Met de merkertest wordt op een duidelijke en betrouwbare manier in kaart gebracht wat de genetische aanleg van een kalf is. Die informatie helpt om, ten eerste, te beslissen of dit kalf wel de moeite waard is om op te fokken. Voldoet het bewuste kalf al dan niet aan het door u gekozen fokdoel in uw veestapel? In kalveren met bijvoorbeeld een minder goede genetische aanleg om melk te produceren of met mindere gezondheidskenmerken hoeft u dan niet meer te investeren. Dat betekent een kostenbesparing van al snel 1.500 euro per kalf.
Mocht u naast het fokken naar een fokdoel ook graag hoornloze of A2-dieren fokken – misschien is dit zelfs een selectiecriterium voor uw bedrijf – dan geeft de merkertest u die informatie. Een hoornloze veestapel fokken is zo een stuk sneller voor elkaar. De merkerinformatie van een kalf geeft ook op latere leeftijd nuttige informatie.
Zo is duidelijk welk sperma (gesekst, conventioneel, witblauw) gebruikt moet worden bij de eerste inseminatie van een dier, u weet immers met meer zekerheid of het dier daadwerkelijk bij de top of het ondereind van de veestapel hoort. Bovendien wordt de uitsluiting van erfelijke gebreken door een bekende dragerstatus aan moederskant een stuk effectiever. Gebruikt u het stieradviesprogramma SAP? Dan wordt dit automatisch meegenomen.
Wilt u nu al meer weten over de mogelijkheden van merkertesten voor uw bedrijf, neem dan zeker even contact op met uw veestapeladviseur of met de CRV Klantenservice.
Dit najaar: Fokken op Maat
Met Fokken op Maat biedt CRV vanaf dit najaar een overzichtelijk programma om optimaal gebruik te maken van merkertesten op uw bedrijf. Hoe Fokken op Maat werkt, kunnen we eenvoudig uit leggen in vier stappen:
1. Neem een monster van een kalf (haar of oorbiopt) en stuur het op in een monsterzakje.
2. Het haarmonster wordt geanalyseerd en binnen drietal weken ontvangt u de uitslag.
3.De uitslag wordt aan u getoond in de speciale HerdOptimizer-applicatie, die ook een totaalbeeld geeft van uw bedrijfsspecifieke fokkerij. Zo wordt voor elk kalf direct bekeken in hoeverre het past bij uw fokdoel.
4. Uw veestapeladviseur bespreekt met u de vervolgstappen voor uw bedrijf.