Wie weidegang hanteert kent het gevaar van wormbesmettingen. Longwormen uiten zich vaak opvallend door hoestklachten. Maagdarmwormen zijn soms minder goed te herkennen. Toch kunnen zij zonder zichtbare symptomen toch gezondheidsschade veroorzaken en tot productieverliezen leiden. Dan is een behandeling met wormmiddelen noodzakelijk.
Bij elk wormmiddel ligt resistentievorming op de loer, dus het is belangrijk dat het alleen ingezet wordt wanneer er ook daadwerkelijk een aanzienlijke wormbesmetting is. Een van de manieren om dit te ontdekken is door een tankmelkmonster te laten onderzoeken op afweerstoffen. Boehringer Ingelheim biedt al voor het 8e jaar tankmelkonderzoek aan ter ondersteuning van haar wormmiddel. De afgelopen 2 jaren waren erg droge jaren waardoor de verwachting is dat de wormdruk afgenomen is. Door het gebrek aan regen is de verspreiding van wormeieren over het land minder groot en veel eitjes zullen verdroogd zijn voordat de larven uitkomen. Dit is ook wel gebleken uit de resultaten van het tankmelkonderzoek. Wees in 2014 nog bijna de helft van de resultaten op een hoge besmettingsgraad, in 2018 en 2019 was dit slechts respectievelijk 8 en 7%.
Toch meer extremen
Goed nieuws, maar als we beter naar de data kijken zien we een ander opvallend fenomeen. De hoge uitslagen zijn hoger dan in voorgaande jaren. Antistofmetingen voor maagdarmwormen worden weergegeven in een waarde van 2 decimalen achter de komma, waarbij een waarde vanaf 0,30 als licht verhoogd wordt beschreven en een waarde vanaf 0,60 als hoog. Het aantal hoge uitslagen is verminderd, maar het aantal extreem hoge waarden is gestegen. Een waarde van 1 of hoger wordt in de regel zelden gezien, maar afgelopen jaar zijn er zelfs uitschieters van meer dan 2 waargenomen.
De resultaten zijn zeer bedrijfsspecifiek. In een zelfde regio ofwel postcodegebied, kunnen extreem lage en extreem hoge uitslagen naast elkaar voorkomen. In de regio waar een record gemeten werd van maar liefst 2,19, had een buurbedrijf een ODR waarde van 0,09. Dergelijke verschillen zien we door heel Nederland terug en zijn indicatief voor de verschillen in weideligging, beweidingsschema’s, management, voorgeschiedenis en ontwormingsstrategieën.
De lokale verschillen in besmettingsgraad lijken groter te worden. Voor veel bedrijven is er geen aanleiding om tegen wormen te gaan behandelen, maar zeer lokaal kunnen er grote gezondheidsproblemen door wormbesmettingen ontstaan. Dit pleit ervoor om op tijd een melkmonster te laten onderzoeken. Dit bespaart een hoop geld als er geen behandeling nodig is of als grote schade voorkomen kan worden.