Maïs is een gewas wat door een snelle groei in een relatief kort groeiseizoen, hoge opbrengsten behaald. Met opbrengsten die zeker op zandgrond soms zelf twee keer zo hoog zijn als van gras, is maïs een belangrijk ruwvoergewas. Door verbetering van onder andere de koudetolerantie door veredeling is het mogelijk gemaakt om in Nederland maïs te telen. Dankzij de hoge productiecapaciteit en een goede nutriënten- en waterbenutting is maïs in Nederland het meest verbouwde gewas na gras. Echter, het telen van maïs is, evenals bij andere teelten, onderhevig aan weersinvloeden. Op een aantal hiervan is te sturen. Op andere, zoals bijvoorbeeld vorst, storm en hagel, helaas niet.
Wateroverlast
Dat de (weers)omstandigheden lang niet altijd optimaal zijn voor een maximale groei van maïs, hebben we in de afgelopen jaren zeker ervaren. Door de opwarming van de aarde, al of niet door menselijke activiteit veroorzaakt, worden aan de lopende band (negetieve) weerrecords verbroken. Weerextremen als storm, hagel en overvloedige neerslag in korte tijd beginnen meer regel dan uitzondering te worden. Zo ook in het nog jonge groeiseizoen dit jaar. In delen van Oost- en Zuid Nederland zijn in de afgelopen weken door hoosbuien maispercelen geheel of gedeeltelijk onder water komen te staan. Afhankelijk van de tijd dat de planten onder water hebben gestaan, of beter gezegd, de plantenwortels zonder zuurstof hebben gezeten, is de schade meer of minder groot. Preventieve maatregelen als een goede afwatering/ontwatering en verbetering van de bodemstructuur zijn belangrijk om mogelijke schade te voorkomen.
Nutriëntentekort
Een ander gevolg van veel regen in korte tijd is dat met name elementen als stikstof, kalium en borium door inspoeling buiten het bereik van de plantenwortels komen of zelfs volledig uitspoelen. Onder de huidige mestwetgeving, waarin voldoen aan de behoefte van gewassen al een grote uitdaging is, is dit een extra probleem er bij. Een tekort aan nutriënten geeft een grotere kans op ‘stress’ in mais en vervolgens opbrengstderving en kwaliteitsverlies. Juist een gewas onder stress is weer gevoelig voor aantasting door ziektes zoals verschillende schimmels als bijvoorbeeld bladvlekken. Denk ook daarom aan de instandhouding van een goede bodemvruchtbaarheid. Dit gaat, gelet op het weer en de mestwetgeving, in de toekomst steeds belangrijker worden.
Hagel- en stormschade
Zware zomerstormen, vaak in combinatie met zware neerslag of hagel, kunnen veel schade in mais berokkenen. Zeker wanneer dit slechte weer plaats vindt op het moment dat de mais zich in de fase met lengtegroei bevindt. Dit is de periode in juni/juli tot aan de bloei. De zogenaamde verhouting of lignificatie van de stengel heeft nog niet plaats gevonden en de wortels zijn nog niet uitontwikkeld. Juist op deze momenten is mais gevoelig voor legering, breuk en in combinatie met hagel, beschadiging van het bladapparaat.
Droogte
Hoewel maïs met relatief weinig water toe kan, per kilogram droge stofproductie ongeveer de helft minder dan bijvoorbeeld gras, zijn er een aantal momenten tijdens de groeifase van maïs waarbij water onontbeerlijk is. Wanneer maïs zich in de zogenaamde schietersfase bevindt (= sterke lengtegroei), is de nood aan water zeer hoog, ook met het oog op de naderende bloei. Een slechte vochtvoorziening in de periode van bloei, vertaalt zich in een slechte bevruchting van de kolf en daarmee een geringe korrelaanzet. Ook vingerkolven en builenbrand kunnen het gevolg zijn. Wanneer de vochtvoorziening ontoereikend is Indien er de mogelijkheid is en er geen verbod geldt, is op tijd beregenen belangrijk. Hoewel op veel percelen in Nederland er op dit moment eerder een groot overschot aan water is dan een gebrek, is droogte tijdens het groeiseizoen een aspect wat in toekomst met zekerheid vaker voor gaat komen.
Weersverzekering tegen gewasschade
Het is wederom gebleken dat steeds meer rekening gehouden moet worden met extremere weersomstandigheden tijdens het groeiseizoen. Zoals in de akkerbouw al veel meer gebruikelijk, is het serieus te overwegen om een (brede) gewasverzekering af te sluiten tegen extremiteiten als bijvoorbeeld hagel en storm. Op deze manier wordt de financiële schade door een misoogst gedekt.
Andere risico’s kunnen beperkt worden door maïsrassen te telen met een betere, gekende resistentie of tolerantie. Bij niet eerder bekende ziekten en plagen is daarom actie geboden. Zoals bij maiskopbrand. Daar waar resistentie of tolerantie veredeling binnen de gewassen mogelijk is, moet direct aan de ontwikkeling en aan een evaluatiesysteem gewerkt worden. Verder is bestrijding ervan, waar mogelijk, noodzaak.