Maïs is een populair gewas en van grote waarde voor de melkveehouderij. Er zijn meerdere redenen waarom het areaal maïs in Nederland na een voorzichtige introductie eind jaren zestig van de vorige eeuw is gegroeid naar ruim 200.000 hectare in 2015. Het is daarmee na gras het meest geteelde gewas op het veehouderijbedrijf.
Ondanks het feit dat maïs van origine een subtropisch gewas is, is het door veredeling mogelijk geworden om steeds noordelijker maïs te telen die rijp wordt. Zo wordt ondertussen ook in Denemarken met succes meer dan 200.000 hectare maïs geteeld.
Het saldo afkomstig uit maïs en daarmee de economie op het landbouwbedrijf staat bij de teelt voorop. De belangrijkste focus in veredeling en tegelijkertijd het belangrijkste teeltdoel is om die reden het verhogen van de zetmeelopbrengst per hectare en het vervroegen van de maïs in met name in de korrel. Door wet- en regelgeving wordt het behalen van het teeltdoel steeds meer een uitdaging. Desondanks is door inspanningen in de veredeling de genetische vooruitgang gemiddeld tussen de 1,5 en 2% per jaar.
Een belangrijke reden waarom maïs voor de teler een zo populair gewas is, is dat de teelt weinig arbeid vraagt en daarnaast vaak grotendeels wordt uitbesteed aan de loonwerker. Dit is op grotere melkveebedrijven, waarbij arbeid vaak de beperkende factor is, van groot belang. Daarnaast levert maïs hogere droge stofopbrengsten dan bijvoorbeeld gras. Zo zijn de moderne maïsrassen in staat om onder goede groeiomstandigheden en bij een goede teelttechniek, 20.000 kg droge stof in de vorm van silomaïs en 8.000 kg zetmeel uit de korrel per hectare te produceren.
Het verschil met gras wordt groter naarmate de grond lichter is en vochttekorten in de zomer de grasgroei in de zomer meer belemmeren, terwijl maïs het door de diepere en intensievere beworteling het onder die omstandigheden langer volhoudt. Ook gaat maïs efficiënt om met de voedingsstoffen die het gewas ter beschikking staan.
Met nieuw elitemateriaal wordt in de veredeling hard gewerkt aan maïsrassen met een nog betere benutting van bijvoorbeeld stikstof en fosfaat. Maïsrassen afkomstig uit deze zogenaamde ‘low input’ lijnen worden de maïsrassen van de toekomst. Het gaat daarnaast in de veredeling van maïs om degelijkheid om ook onder grillige teeltomstandigheden in de gangbare praktijk bij de teler betrouwbare resultaten te kunnen leveren.
De belangrijkste reden om maïs te telen is wel de aanwezigheid van zetmeel afkomstig uit de kolf. Zetmeel levert glucogene energie en bevordert melkproductie bij melkvee. Meer zetmeel per hectare is daarmee niet alleen landbouwkundig zeer zinvol, maar ook veevoedkundig.
Als de teeltomstandigheden optimaal zijn, maakt de genetische potentie van het maïsras wat op het bedrijf geteeld wordt, het verschil. Het jaar 2014 was wat dat betreft een mooi voorbeeld: een vroeg voorjaar, geregeld water en een prima najaar zorgden voor de beste groeiomstandigheden en een optimale teelt van maïs. Een topras heeft het dan gemakkelijk om maximaal te presteren.
Wanneer echter door omstandigheden de waterhuishouding niet op orde is, of structuurschade in een perceel, dan overstijgen de gerealiseerde verliezen al heel snel de potentiële winst die gemaakt wordt met de keuze van het beste maïsras. Vandaar ook terecht de aandacht voor een juiste teelt van maïs!
Alle maïskennis nu gratis beschikbaar via de KWS Maïsmanager App!
De Maïsmanager App biedt u altijd de meest actuele informatie over alle aspecten voor een optimale maïsteelt zoals maïsrassenkeuze, teelt, onkruid herkenning, oogst en gebruik van silo- en korrelmaïs.
Eenvoudig en toegankelijk, thuis, in het veld en op de trekker. Daar waar u de informatie nodig heeft, is deze te raadplegen.
Meer informatie: www.kws-maismanager.nl