Iedere veehouder kent melkziekte bij koeien. Het wordt veroorzaakt door een te laag calciumgehalte in het bloed rondom afkalven. Als de melkproductie weer op gang komt, hebben koeien een grote behoefte aan calcium.
Veel veehouders proberen melkziekte te voorkomen door een optimaal droogstandsrantsoen, vaak met anionische zouten. In veel gevallen gaat dit goed, toch hebben sommige koeien en soms ook vaarzen extra calcium toediening nodig.
Twee soorten melkziekte
Er bestaan 2 soorten melkziekte. De eerste is de zichtbare of klinische melkziekte. Daarbij zijn de koieen duidelijk slap, hebben spierzwakte, wankelen of kunen zelfs niet meer overeind komen. Daarnaast is er ook de verborgen of subklinische melkziekte. Dit betekent dat het bloedcalcium te laag is, maar de koeien nog geen duidelijk zichtbare symptomen hebben. Koeien met zichtbare melkziekte zijn meestal het “topje van de ijsberg” op een bedrijf. Er kunnen dan wel 25 – 50% van de verse dieren te maken hebben met subklinische melkziekte, ook vaarzen.
Dit doet verborgen melkziekte
Koeien met verborgen melkziekte hebben een te laag bloedcalcium. Dan werken er processen in het lichaam minder goed, omdat alle lichaamscellen, inclusief de gladde spiercellen calcium nodig hebben. Eerst is dit nog onzichtbaar, maar het is een soort domino effect, dat uiteindelijk wel zichtbaar wordt:
· Spiercellen van de baarmoeder kunnen dan niet meer samentrekken, waardoor de nageboorte er niet goed afkomt en/of de baarmoeder niet opschoont.
· Afweercellen werken minder goed en dit leidt tot een verminderde algehele weerstand.
· De beweging van het maagdarmkanaal neemt af, waardoor spijsverteringsstoornissen kunnen ontstaan, zoals een mogelijke verplaatsing van de lebmaag.
· Het slotgat kan niet goed sluiten, waardoor meer risico op melklekken en dus een verhoogde kans op mastitis.
· De stofwisseling werkt niet zoals het hoort, dat leidt weer tot een verhoogde kans op slepende melkziekte.
Kortom verborgen of subklinische melkziekte is niet direct zichtbaar, echter de gevolgen ervan uiteindelijk wel. Voorkomen moet worden dat koeien klinische- of subklinische melkziekte krijgen. Het droogstandsrantsoen is de belangrijkste sleutel tot succes.
Extra risico koeien
Helaas voorkomt zelfs een optimaal rantsoen niet alle gevallen van melkziekte. Sommige koeien lopen extra risico op melkziekte. Dit zijn bijvoorbeeld kreupele, hoogproductieve en oudere kalfskoeien, maar ook te vette dieren met een te hoge conditiescore. Koeien die (subklinische) melkziekte hebben of extra gevoelig zijn om melkziekte te krijgen, hebben extra calcium nodig. Als u twijfelt, vraag uw dierenarts dan om het bloedcalcium van verse koeien te bepalen.
Er zijn verschillende calciumproducten, zoals Bovikalc® beschikbaar, die bedoeld zijn voor melkkoeien rondom afkalven om het risico op (subklinische) melkziekte te verminderen.
Veilige toediening met schieter
Voor al die producten zijn verschillende bolus- of pillenschieters verkrijgbaar. Vaak zijn deze schieters speciaal ontworpen voor de toediening van een specifiek product.
De Bovikalc® RVS bolusschieter is bijvoorbeeld speciaal ontworpen zodat de bolus met beschermlaag en rondingen een stukje boven de schieter uitsteekt. Hierdoor kan de keel niet beschadigen door de rand van de bolusschieter. Ook is de lengte afgestemd op de huidige maat koeien, zodat de bolus veilig tot in de keel kan worden aangebracht.
De koe moet kunnen slikken, dus houd de kop niet te ver omhoog, maar recht vooruit of zelf iets naar beneden. Op het moment dat de schieter met bolus ver genoeg in de mond zit, wordt met een zachte knijp in het handvat de bolus uit de schieter geduwd en zakt de bolus de slokdarm in. Sla of duw nooit tegen een bolusschieter, dan kan de keel van de koe beschadigen met alle gevolgen van dien.
Als u meerdere bolussen of pillen moet toedienen, laat er wat tijd tussen, zodat de koe ook de tijd heeft om de bolus door te slikken en deze verder de slokdarm in kan zakken. Daarmee voorkomt u ook dat u bolussen later terugvindt.
Gooi oude en beschadigde bolusschieters weg, deze kunnen de mond en keel van de koe beschadigen. Gebruik de juiste schieters voor het product dat u wilt gaan toedienen. Wel zo prettig en veiliger voor de koe. Vraag uw dierenarts of verkooppunt hiernaar.