Melkkwaliteit en kwaliteit van melken gaan hand in hand. Waarom en hoe dan? Dit was het hoofdthema van een internationale vierdaagse training voor dierenartsen, die in Putten, Nederland plaats vond.
Tijdens de Milk Quality Academy (MQA) vorig najaar zijn vele aspecten rondom melken, melkkwaliteit en uiergezondheid door experts nader toegelicht. Tijdens de praktische sessies op de melkveebedrijven is vooral aandacht besteed aan het melken, zowel in de put, de carrousel, als op de robot. Twee biologische bedrijven werden bezocht, beide bedrijven hadden een conventionele melkput en pasten weidegang toe. Op het bedrijf met de carrousel en het bedrijf met de robots bleven de koeien op stal.
Dierenartsen leren tijdens het melken
Om een beeld van de bedrijven te krijgen, kregen de dierenartsen algemene informatie over de bedrijven en uiteraard specifieke informatie over melkkwaliteit en uiergezondheid. Bij informatie over melkkwaliteit kun je denken een het tankmelkcelgetal (geometrisch van de afgelopen 3 metingen), het huidige tankmelkcelgetal, het kiemgetal, vriespunt. Voor wat betreft uiergezondheid werden parameters gedeeld, zoals bijvoorbeeld het percentage klinische mastitis, nieuwe infecties tijdens de lactatie, genezen tijdens de droogstand. Maar ook algemene informatie over het droogstandsmanagement, selectief droogzetten, het gebruik van teatsealers en het behandelplan voor mastitisgevallen. Opvallend was dat niet alle bedrijven deze informatie gemakkelijk in beeld hadden en dat er niet altijd geëvalueerd werd. Is een behandeling effectief geweest, slaat een managementmaatregel aan? Toch wel handig om te weten.
Op het robotbedrijf kan er veel informatie uit de robot worden gehaald, de deelnemers zochten specifiek naar melkkwaliteit- en uiergezondheidsattenties op de robot; zoals kleur, geleidbaarheid, temperatuur, weigeringen, koeien die niet naar de robot gekomen zijn om te melken. In de praktijk blijkt het aanwezig zijn van vlokken op het filter voor de robotboer een belangrijke parameter, om de gegevens van de koeien die in deze periode door de robot gemolken zijn, op het scherm te bekijken. Als er attentiekoeien zijn, worden deze specifieke koeien in de stal gecontroleerd op mastitis.
Op het bedrijf met de carrousel werd het melkproces zelf door de deelnemers onder de loep genomen, onder leiding van Ian Ohnstad van The Dairy Group, UK en Sofie Piepers van Mexcellence uit België. Allereerst werd er natuurlijk een algemene indruk van de hygiëne op het bedrijf verkregen; hoe is het klimaat, hoe staat het met de ventilatie, passen de koeien goed in de ligboxen, zijn de ligboxen en paden schoon. Hoe zien de koeien eruit; schone uiers en benen, zijn de staarten geschoren? Dan komen de koeien en vaarzen de carrousel binnen, hoe is hun gedrag, zit er verschil tussen?
Hygiëne spenen beoordelen
Na het schoonmaken van de spenen door de melker, beoordelen de dierenartsen de hygiëne van de speenpunten met behulp van een scorekaart. Kwartieren van spenen met score 3 en 4, met middelmatig tot veel vuil of mest hebben meer kans op mastitis, vergeleken met spenen met score 1 of 2.
Meten is weten in de melkstal
Ondertussen start de natte meting; worden de koeien voldoende lang gestimuleerd, hoe zit het met het tijdsinterval tussen stimulatie en het onderhangen van het melkstel? De melkstroommeter, laat het allemaal zien. Een dip betekent dat de melkstroom onderbroken wordt, dus geen mooie overgang van cisterne melk naar het laten schieten van de melk uit de melkgangen en het uierweefsel. Wellicht toch iets langer stimuleren? Sommige vaarzen trappen wat naar het melkstel en hebben, als het melkstal afkomt, wat natte, glimmende spenen. En enkele oudere kalfskoeien hebben na het melken een ringvormige afdruk aan de basis van de speen. Past de maat van de tepelvoeringen bij deze koppel?
Scoren van speenpunten
Ook de speenpunten worden gescoord. Bij veel spenen met score 3 of 4 zijn er mogelijk aanpassingen nodig, zoals de hoogte van het vacuüm, de pulsatie en/of de melkstroom bij afname. De kwartieren van spenen met meer vereelting (score 3) of een rafelige slotgat (score 4) hebben meer kans op mastitis. Tot slot wordt gekeken of de dip of spray de spenen goed bedekt, zodat het middel het meest effectief is en bescherming biedt tegen nieuwe infecties.
Direct effect melkkwaliteit
Er zijn veel momenten in de melkput waar kwaliteit van melken direct effect heeft op melkkwaliteit. Deze twee zaken gaan dus wel degelijk hand in hand. Bij problemen met uiergezondheid en/ of melkkwaliteit vraag uw dierenarts en/of melkwinningsadviseur om eens mee te kijken tijdens het melken en laat een natte meting uitvoeren.
Meer lezen over melkkwaliteit en uiergezondheid? Kijk op ubrocare.nl voor de proceedings van de Milk Quality Academy.