Onder het mom van ‘een goede voorbereiding is het halve werk’ een aantal handige tips om het nieuwe groeiseizoen van maïs succesvol te laten starten.
1. Maak een bemestingsbalans voor maïs
Een bemestingsbalans (bekijk de video) die voorafgaand aan het nieuwe seizoen is gemaakt, levert de inzichten op die nodig zijn voor bijvoorbeeld een voldoende aanvulling met kalium. Om een invulling te geven aan de vraag op basis van de onttrekking van het maïsgewas aan nutriënten, moet er gestreefd naar een voldoende aanvoer en beschikbaarheid van voedingsstoffen. De tool Bemestingsbalans op de KWS-website of op de KWS-maismanager App is een heel handig hulpmiddel om op basis van de te verwachten droge stofopbrengst en mestgift (zowel organisch alsook mineraal) te beoordelen of er mogelijk kalium bijbemest moet worden. Daarbij wordt ook rekening gehouden met een zekere nalevering vanuit de bodem door mineralisatie en kan aangegeven worden of er gebruik wordt gemaakt van een groenbemester.
2. Neem een mestmonster
Om het resultaat van de berekening in de bemestingsbalans nog nauwkeuriger te laten zijn is het zeer wenselijk om te weten wat de werkelijke samenstelling is van de mest op het bedrijf. De reden hiervoor is dat de werkelijke samenstelling vaak niet overeen komt met de samenstelling zoals die verwacht wordt.
De spreiding in de samenstelling van drijfmest kan behoorlijk groot zijn en zelfs tot wel 30% kan afwijken. Daarom is een analyse van de mest sterk aan te bevelen. Een monsternamepakket voor het verzamelen van een mestmonster is o.a. aan te vragen bij Eurofins Agro. Zorg, voor verkrijging van zo betrouwbaar mogelijke resultaten, dat er een representatief monster wordt genomen van goed gemixte mest.
3. Denk aan de juiste pH van het maïsperceel
Grondonderzoek, zoals onder anderen uitgevoerd door Eurofins Agro, laat zien dat tussen de 55-60% van de maïspercelen een lage tot veel te lage pH hebben. Onderzoeken uitgevoerd door PPO, in opdracht van Sibelco, hebben uitgewezen dat een te lage pH van maïspercelen resulteert in een opbrengstderving van 5%, met uitschieters naar 9%. De belangrijkste oorzaak ligt in het gegeven dat een te lage pH de opneembaarheid van nutriënten zoals bijvoorbeeld stikstof en fosfor vermindert. Er kan dan volgens advies voldoende bemest zijn, dan nog zal het gewas door de te lage pH niet die opbrengst/kwaliteit halen die ervan verwacht wordt. Het is dus zeer belangrijk om de pH van de grond met een onderhoudsbekalking op niveau te houden, of met een reparatie bekalking op peil te brengen. Raadpleeg daarvoor het analyserapport afkomstig van het grondonderzoek.
4. Denk na over een strategie voor de langere termijn voor behoud van bodemvruchtbaarheid
Het behouden, of liever nog het verbeteren, van de bodemvruchtbaarheid is de sleutel tot succes voor realisatie van een hoge opbrengst en kwaliteit van het maïsgewas. Maïspercelen met een hoge bodemvruchtbaarheid kenmerken zich door een hoge CEC, een optimale pH, de aanwezigheid van voldoende organische stof, de aanwezigheid van voldoende fosfaat in de voor de plant opneembare en (direct) beschikbare vorm en tot slot een voldoende tot hoge K-voorraad en K-beschikbaarheid. Aan de hand van een perceel specifieke uitgebreide bodemanalyse is het, aan de hand van de op de analyse voorkomende bodemkengetallen, bijzonder belangrijk om rekening te houden met de plantbeschikbare elementen zoals fosfaat en kalium op basis van het kengetal ‘PAE’. Oftewel wat is er beschikbaar en opneembaar in de onmiddellijke nabijheid van de wortelzone.
Het geringer gebruik van organische mest op maïspercelen geeft, zeker op die percelen waar continu maïs wordt geteeld, een afnemende bodemvruchtbaarheid. Om dit tegen te gaan moet een meer ‘akkerbouwmatige’ teelt van maïs, waarbij maïs in vruchtwisseling wordt geteeld met gras serieus worden overwogen. Daarnaast moet het belang van een goede navrucht in de vorm van een vanggewas of ook wel groenbemester genoemd, niet onderschat worden! Een groenbemester die in het vroege voorjaar voldoende bovengrondse, maar ook ondergrondse massa heeft gevormd, kan wel 700 kg effectieve organische stof (EOS) per hectare opleveren en daarmee de organische stof balans weer positief laten worden. Ook het gebruik van compost levert een positieve bijdrage aan de organische stofbalans.
5. Wacht niet te lang met het vernietigen van het vanggewas
Wanneer nu de temperatuur weer aan het stijgen is, zal ook het vanggewas zich snel verder ontwikkelen. Om te voorkomen dat het vanggewas op het gebied van bodemvocht en nutriëntenopname een concurrent gaat worden van de te zaaien maïs is het advies om, mits de omstandigheden het tenminste toelaten, deze tijdig te vernietigen. Een tijdige vernietiging vergroot tevens de kans dat door mineralisatie de vastgelegde voedingsstoffen in het groeiseizoen beschikbaar komen van de maïs.
Een vanggewas kan mechanisch en/of chemisch vernietigd worden. Een mechanische bewerking heeft als voordeel dat dit vaak met eigen machines uitgevoerd kan worden. Hierbij dient het gewas met behulp van bijvoorbeeld een frees of schijveneg wel goed versnippert te worden voor een vlotte vertering van de gewasresten en om een zogenaamde zure/storende laag in de bodem te voorkomen. Hoewel maatschappelijk steeds minder geaccepteerd heeft, om hergroei van met name de vanggewassen rogge en raaigras te voorkomen, een chemische bestrijding de voorkeur. Na bespuiting stopt de assimilatie van het vanggewas, waardoor de vocht- en nutriëntenopname ook eindigt. Tevens krijgen vroege onkruiden een tik, waardoor mogelijk bespaart kan worden op de onkruidbestrijding in de maïs en hergroeivertraging vermeden wordt.
6. Bestel tijdig het gewenste maïsras om zeker te zijn van levering
Rekening houdend met de toenemende (toegerekende) kosten voor maïsteelt en het grote belang om zoveel en zo goed mogelijk voer van eigen land te halen is een juiste maïsrassenkeuze heel belangrijk. Houd rekening met de wensen en omstandigheden en streef naar de maximale opbrengst en optimale energiedichtheid, uiteraard met behoud van bodemvruchtbaarheid en een goede bodemstructuur. Bij het juiste maïsras zijn 3 punten heel belangrijk:
1. Kies voor vroegrijpheid op basis van de korrel
Het is niet de restplant maar de afrijping van de korrel die bepaalt wanneer de loonwerker wordt gebeld om te oogsten. Hoe vroeger de afrijping in de korrel, des te zekerder is een voldoende afgerijpt maïsgewas en des te eerder kan er geoogst worden.
2. Kies voor de hoogste voederwaardeopbrengst, voornamelijk afkomstig uit de korrel
De belangrijkste reden om in de Benelux maïs te telen is om het zetmeel. Zetmeel zit in de korrel. Dus hoe hoger de korrelopbrengst van maïs, des te hoger de zetmeelopbrengst. Zetmeel is zeer goed verteerbaar en levert hoofdzakelijk glucogene energie. In combinatie met voldoende eiwit kan daar zeer goed van gemolken en vlees geproduceerd worden.
3. Een gezonde restplant
Alleen een groene restplant die, zeker tot aan de oogst, voldoende fotosynthesecapaciteit behoud en tegelijkertijd weinig ziektegevoelig is, draagt bij aan de maximale opbrengst en optimale energiedichtheid. Denk hierbij ook zeker aan oogstzekerheid. Alleen een maïsras wat voldoende stevig is, kan op een fatsoenlijke manier geoogst worden.