Het klinkt misschien raar, maar door een vroege oogst van de maïs dit jaar kent het maïsseizoen 2019 al een geweldige start. Er is en wordt momenteel zonder structuurschade geoogst en het vanggewas, ook wel groenbemester genoemd, kan zeer tijdig gezaaid worden en kent daarom een voorspoedige start.
Een groenbemester die reeds tijdens het groeiseizoen onder de maïs gezaaid is, heeft zich door droogte in eerste instantie moeilijk kunnen ontwikkelen. Na de neerslag die de afgelopen weken is gevallen, blijkt deze na de maïsoogst op veel plaatsen toch te groeien. Een groenbemester wordt zeer bewust gezaaid en niet alleen om te voldoen aan de wetgeving. Een groenbemester na maïs is teelttechnisch een zeer goede maatregel. Het zorgt voor de broodnodige aanvoer van organische stof. Zonder groenbemester is de organische stof balans, zeker bij continu silomaïsteelt al snel negatief.
Een groenbemester heeft de volgende functies:
1. Het verbeteren van de bodemvruchtbaarheid. Een goede bodemvruchtbaarheid is essentieel om het productieniveau van de maïs te behouden en zelfs nog verder te verbeteren.
2. Het beperken van de afbraak van organische stof. Meer organische stof geeft een hoger stikstofleverend vermogen (NLV). Organische stof zorgt onder meer voor het beter vasthouden van het vocht, van 1 tot 10 mm water per procent organische stof. Percelen met een hoog organische stofgehalte zijn dus veel beter bestand tegen droge perioden. en zorgt het voor binding van nutriënten.
3. Het beperken van de stikstofuitspoeling door het vastleggen (vangen) van de stikstof die na de oogst van de maïs in de bodem is achtergebleven.
4. Door aanvoer van extra organische stof een verbetering van de bodemstructuur en de ontwatering.
5. Het bestrijden van mogelijk aanwezige aan bodem gebonden aaltjes.
Bij het maken van een keuze van zaai van een bepaalde groenbemester zal het doel, de eigenschappen van de groenbemester, de uitgangssituatie van de grond, de voorkeur van de teler en het tijdstip van zaaien doorslaggevend zijn. Voor een goede werking als vanggewas van reststikstof moet de zaai zo snel mogelijk na de oogst plaats vinden.
De meest gebruikte groenbemesters zijn Italiaans raaigras of rogge. Wanneer aaltjes een knelpunt zijn, is wintertarwe, wintergerst of triticale de beste optie boven rogge. Bij late zaai zijn eigenlijk alleen granen nog een goede optie. Italiaans raaigras kan ook nog, maar heeft meer risico op uitwinteren. Bladrammenas en bladkool moeten al voor 1 september gezaaid zijn en zijn geen alternatieven meer op dit tijdstip. Na 1 oktober is eigenlijk alleen rogge nog een mogelijkheid.
Zaai dus zo snel mogelijk na de oogst. Later zaaien geeft 2 kilogram stikstof per hectare per dag minder opname en minder nalevering. Maak voor het zaaien van het vanggewas een goed zaaibed. Gebruik voldoende zaaizaad, 25-30 kilogram per hectare bij de zaai van Italiaans raaigras en 70-100 kilogram per hectare bij de zaai van rogge.
Ook is dit jaar uitermate geschikt om het huidige maïsperceel in te zaaien voor blijvend grasland en het komende voorjaar oude graspercelen juist te scheuren en te gebruiken voor de teelt van maïs. Ook is het serieus te overwegen om in het voorjaar, wanneer gekozen is voor Italiaans of Engels raaigras als vanggewas, deze te maaien. Vervolgens kan dan weer gekozen worden voor de zaai van maïs op hetzelfde perceel.