De melkveehouderij doet steeds meer ervaring op met het gebruik van klaver in grasland. Barenbrug investeert al jaren in dit stikstofbindende gewas. Dankzij onderzoeken en praktijkervaring is onderbouwd hoe veehouders het hoogste rendement van een grasklaver-perceel kunnen behalen. Hoe dit precies zit en waar je rekening mee moet houden bij de teelt van grasklaver legt Tom Niehof (Product Manager bij Barenbrug) je uit.
Het telen van grasklaver staat in de belangstelling in de melkveehouderij. Dat is al een paar jaar het geval, maar met zuivelprogramma’s, de focus op meer eiwit van eigen land en de eco-regeling vanuit het GLB kreeg grasklaver de afgelopen tijd een vlucht.
Tom Niehof ziet de verandering in mestwetgeving als katalysator voor het gebruik van klaver in graspercelen, maar stelt tegelijkertijd dat dit niet helemaal terecht is. “Het klopt dat veehouders, door de afbouw van derogatie en gevestigd in een aantal uitspoeling gevoelige gebieden, minder dierlijke mest mogen gebruiken. Maar tot nu toe is de totale stikstofruimte niet verlaagd, dus kan een ondernemer compenseren met kunstmest.” Door de nieuwe mestwetgeving neemt de kwetsbaarheid van Engels raaigras wel toe. Klaver helpt hier de klappen op te vangen. Het draagt bij aan een stabielere groeicurve van het gras, aan het behoud van voldoende eiwit en daarmee de voederwaarde van het gras.” Ook is het een gevaar dat er, door afbouw van dierlijke mest, tekorten ontstaan in het grasklaverperceel: met name een tekort aan kali. Verder in dit artikel komen we er erop terug hoe je dit aan kunt pakken.
Per kilo droge stof 30 gram meer ruw eiwit
Als vlinderbloemige is klaver één van de gewassen die dankzij Rhizobium-bacteriën stikstof uit de lucht kan binden. Rode klaver is met 350 kilo per hectare per jaar een echte stikstofkampioen. Bij witte klaver ligt de hoeveelheid stikstof rond de 150 kilo per jaar. De vuistregel is dat klaver per ton drogestofproductie 25 kilo stikstof in de grond achterlaat. Deze stikstof komt ten goede aan het gras.
Uit proeven van Barenbrug komt naar voren dat door het toevoegen van rode klaver het ruweiwitgehalte van geoogst product met zo’n 30 gram per kilo droge stof stijgt. De hoeveelheid droge stof neemt met gemiddeld 2 ton per hectare toe. Dat geeft honderden euro’s voordeel per hectare (zie kader). Dat klaver stikstof uit de lucht haalt en zodoende ‘gratis’ bijdraagt aan de bemesting is natuurlijk een mooi bijkomend voordeel, naast de bijdrage aan een minder droogtegevoelige grasmat.
Kali zeker meenemen in bemestingsplan
Barenbrug heeft verschillende mengsels met klaver. Het klavermengsel Duet met 2/3 deel rode klaver en 1/3 deel witte klaver is ontwikkeld voor maaipercelen. Op weidepercelen is het witte klavermengel Quartet de beste keus. Niehof ziet wel een trend in het bijmengen van een klein deel rode klaver in weidepercelen vanwege de toename van diversiteit in de grasmat en een hogere productie.
Voor beide klaversoorten is het belangrijk om de stikstofbemesting aan te passen. Niehof adviseert de dierlijke mest in twee giften te verdelen. Ook al is het voor de stikstof misschien wat minder van belang; het grasklaver-gewas heeft ook voldoende fosfor, kali en sporenelementen nodig. “Bij lagere giften aan dierlijke mest schuilt het gevaar dat de kalibehoefte niet helemaal wordt gedekt”, legt Niehof uit. Zo wordt de bemestingsruimte door de nieuwe wetgeving op zandgrond zo’n 15 kuub per hectare lager. Dat komt overeen met zo’n 75 kilo kali. Bij 40 tot 45 kuub drijfmest per hectare daalt de kali-gift naar 220 kg per hectare. Aangezien bij 12 ton droge stof per hectare 350 kilo kali wordt onttrokken, ontstaat een tekort van 130 kilo op jaarbasis. Niehof: “Daarom moet je kali zeker meenemen in het bemestingsplan.”
Optimale aandeel klaver
Het optimale aandeel klaver in de grasmat bedraagt circa 40%. “In proeven zien we dat dit de hoogste drogestofopbrengst en beste dierprestaties geeft bij de minste stikstofverliezen.” Dat vraagt om een juiste verhouding gras- en klaverzaad per hectare. In de praktijk komt dit neer op minimaal 6 kilo rode klaverzaad per hectare.
Het is volgens Niehof goed om te beseffen dat het aandeel klaver door het jaar heen varieert. “Bij gemiddeld 30 tot 40% klaver in het grasland zit er in het voorjaar misschien maar 10% in en in het najaar wel 60%.” Juni is volgens Niehof de beste maand om de hoeveelheid klaver vast te stellen.
Barenbrug streeft naar een zo stabiel mogelijk klaveraandeel, zodat het geoogste ruw eiwit over het jaar heen ook zo gelijk mogelijk is. Verder kan de veehouder met de maaihoogte en beweidingstijd de hoeveelheid klaver beïnvloeden: door kort te maaien en de koeien een halve dag langer te laten lopen zal het klaveraandeel toenemen. De maaimachine hoger afstellen stimuleert juist de grasgroei wat het klaveraandeel drukt. Niehof hanteert voor percelen met grasklaver een maaihoogte van 8 centimeter: dat komt ook ten goede aan de grasmat.
‘Onze klaver presteert altijd’
De ene klaver is de andere niet. Net als bij gras, mais en alle andere gewassen zijn er meerdere rassen beschikbaar met elk unieke eigenschappen. Barenbrug heeft proeven gedaan met klavers van over de hele wereld. Op die manier is een hoogproductieve en gezonde klaver geselecteerd die heel goed past bij de klimaatomstandigheden hier. “We weten uit de resultaten van deze onderzoeken dat onze klaver altijd presteert”, benadrukt Niehof trots.
Dat is ook te danken aan de Yellow Jacket Nitrogenerator technologie legt hij uit. “Het zaad van klaver is heel fijn. Dankzij onze zaadbehandeling past het beter bij het graszaad waarmee het wordt gezaaid.
Een ander voordeel van de innovatieve technologie is dat de Rhizobium-bacteriën direct op het zaad worden aangebracht. Ook bevat de Nitrogenerator extra voedingsstoffen voor de bacteriën. “De bacteriën zijn belangrijk maar een juiste toepassing van het additief maakt het echte verschil”, voegt Niehof toe.