
De nieuwe ligboxenstal van maatschap Breeuwsma-Van der Valk in Nijland (Fr.) is uitgerust met een 36-stands GEA AutoRotor PerFormer buitenmelker. Vrijdag 2 oktober is er een open dag in de stal, die 218 boxen telt.

Henk-Jan Breeuwsma (44) heeft in het Friese Nijland 170 melkkoeien. In oktober neemt Breeuwsma de nieuwe stal met 218 ligboxen in gebruik. Bij het bedrijf hoort 90 hectare grond. De jongveeopfok wordt per 1 januari 2016 uitbesteed aan een naburig bedrijf. Breeuwsma werkt met Friso Vellinga (25).
Foto:
Anne van der Woude

Henk-Jan is de vierde generatie boer op het bedrijf. Nadat zijn overgrootvader de boerderij in 1859 bouwde, breidde zijn opa het bedrijf uit. Vader Johannes zette in 1976 de bestaande ligboxenstal neer. Die telt 158 boxen en wordt binnenkort gerenoveerd.

De stal kostte €4.500 per ligplaats en is hoofdzakelijk ingericht door GEA. De 36-stands buitenmelker, de diepstrooiselboxen, het veiligheidsvoerhek en de schuifinstallaties zijn door dit bedrijf geleverd. “Ik houd van korte lijntjes en wilde niet te veel aanspreekpunten”, aldus Breeuwsma.

De ijzeren platen van de hydraulische brug draaien omhoog en bieden de koeien doorgang naar de melkstal. De koeien lopen over betonroosters naar het linker staldeel. Nadat de dieren weer terug zijn, wordt de doorgang gesloten en is de voergang meteen weer schoon en berijdbaar.

Het dagelijkse werk moet behapbaar zijn voor een arbeidskracht, stelt Breeuwsma. Dit opdrijfhek in de wachtruimte (26 bij 7 meter) wijst de dieren de weg richting de draaimelkstal. “We melken de dieren nu met z’n tweeën in een 2×8-visgraat. Ik heb er altijd met plezier gemolken. De nieuwe situatie is totaal onvergelijkbaar.”

“In een carrousel is het rustig en prettig werken, voor mens én dier”, stelt Breeuwsma. De boer wilde aanvankelijk een binnenmelker, maar zag hier toch van af. “Een brug of tunnel om erin te komen, is niet praktisch.” Robots waren geen optie, vanwege aanschaf- en onderhoudskosten en met het oog op eventuele uitbreiding.

De krachtvoerverstrekking zorgt dat de dieren straks gemakkelijk hun weg richting de carrousel vinden, verwacht Breeuwsma. Breeuwsma is benieuwd of de dieren na het melken ook eenvoudig hun weg terugvinden. “Een koe loopt van nature niet graag naar achteren. Ze hebben drie plekken om dat hier te doen. Dat wordt vast even wennen.”

Via twee voelers, die hier langs het hekje hangen, kan Breeuwsma een elektrisch schokje uitdelen om de koeien naar de uitgang te begeleiden. Om te voorkomen dat het een smeerboel wordt op het plateau wordt nog een sproei-installatie geïnstalleerd.

De carrousel gaat straks in 11 à 12 minuten rond. De grote ramen aan de voorzijde van de stal zorgen voor een open en transparant karakter. Voorbijgangers kunnen vanaf de doorgaande weg meegenieten van de moderne melkstal.

De jaarproductie bedraagt momenteel zo’n 8.500 kilo melk per koe. Breeuwsma mikt in de nieuwe stal op een stijging van 400 tot 500 liter. De dieren hebben straks veel meer rust en ruimte. “De dieren hebben zeker aanleg voor een hogere productie. De laatste liter maakt het verschil niet, maar de situatie was verre van optimaal.”

Na het melken kan Breeuwsma zijn dieren separeren via een driewegselectiepoort. Naast de wachtruimte heeft de melkveehouder een grote selectieruimte laten maken. Met hun voorpoten staan ze op een 7 centimeter hoge voerstoep, met de achterpoten op een rubberen mat.

De stal heeft een grote afkalfruimte, in drieën gedeeld. “De stal is 88 meter lang en zou aanvankelijk nog groter worden. In de toekomst kunnen we er nog 32 meter aanbouwen. We hebben een vergunning voor het houden van 500 melkkoeien”, aldus Breeuwsma, die 250 melkkoeien op de korte termijn eerst voldoende vindt.

Dat hij zijn dieren in de bestaande stal niet snel en eenvoudig aan het voerhek vast kan zetten, ervaart Breeuwsma als een gemis. De keuze voor een zelfsluitend voerhek was in de nieuwe stal dan ook een snel gemaakt. De melkveehouder koos voor het Twist & Lock-veiligheidsvoerhek. “Efficiënt werken, dat is het idee.”

Breeuwsma zag verschillende emissiearme vloeren, maar vraagt zich af of die voldoende comfort bieden. “Gladde vloeren vormen op diverse bedrijven een probleem. Zeker voor tochtige koeien is dat gevaarlijk. Ik wilde het risico uitsluien. Met deze sleuvenvloer in combinatie met de automatische touwschuifinstallaties voldoe ik aan alle eisen.”

De drie schuifinstallaties hebben een aparte motor. Ze moeten een flinke afstand overbruggen. Dat moet volgens Breeuwsma geen probleem zijn.

Het eindpunt van de schuiven bevindt zich net achter de stal. De koe in de laatste box kan zo ongehinderd de sleuvenvloer opstappen. De mestschuif kan onder het hekwerk door. De mest valt in vijf afstortputten, die met elkaar in verbinding staan, maar met schuiven afgesloten kunnen worden.

Breeuwsma wil 50 of 60 melkkoeien aankopen van één bedrijf: “Het hoogste rendement behaal ik met een volle stal”. Breeuwsma wil zich met eigen grond kunnen bedruipen. “Dat is onze opzet. Met 250 tot 270 koeien kan dat. Veel meer worden het er niet snel, al is er de stalruimte. In deze stal kunnen we naast droge koeien ook een deel van de melkveestapel huisvesten.”

De diepstrooiselboxen worden straks gevuld met een laagje zand en biobedding, de dikke fractie die overblijft na mestscheiding. Deze laag moet zo nu en dan worden aangevuld. “De dieren liggen er heel comfortabel in en blijven brandschoon. Het koecomfort is groot. Met een minishovel is het niet zwaar om de boxen te vullen”.

Investeren in een mestscheidingsinstallatie van €35.000 zag Breeuwsma niet zitten. “Voor 5 elektrische mixers was ik bijna nog een keer dat bedrag kwijt geweest. Mixen en scheiden is bovendien tijdrovend. De loonwerker komt hier 3 of 4 keer per jaar. Hij kan 350 kuub/uur scheiden en is na een paar uur klaar. Het kost me €1.200 per keer, excl. btw.”

Beeld van de twee krachtvoersilo’s en de staande melktank. Die heeft een inhoud van 30.000 liter. Er wordt nog hard gewerkt aan de erfverharding.

Via deze doorgang kunnen koeien vanuit de bestaande stal in de nieuwe stal komen.

Ook moet de stal de komende jaren van een nieuw ‘jasje’ worden voorzien. Het stikt er momenteel van de spreeuwen, honderden. “Ze komen af op de mais en de bijproducten. Ik moet ventileren en kan de stal niet helemaal dicht houden. In de nieuwe stal zijn spreeuwen veel beter te weren.”

De koeien worden in de nieuwe stal voorzien van een transponder. Via deze activiteitenmeters kunnen Breeuwsma en Vellinga hun koeien op de voet volgen en gericht handelen wanneer nodig.

Deze kant van de stal staat op het westen. De wind heeft hier vrij spel. Via een weerstation gaat het ventilatiegordijn automatisch open en dicht.

Breeuwsma en Vellinga doen het landwerk grotendeels in eigen beheer. Waar nodig springen familieleden even bij. Deze combinatie (Fendt 415 en Kuhn-maaiers) heeft een maaibreedte van 9,60 meter. “We willen capaciteit. We maaien vaak 40 tot 45 hectare per keer”, aldus Breeuwsma.

Dit uilenbord siert binnenkort de voorkant van de oude boerderij. Als het aan Breeuwsma ligt, wordt het uilenbord nog voor de open dag geplaatst.

Van links naar rechts poseren drie generaties Breeuwsma’s: Johannes (72), Henk-Jan (44), Johannes (14) en Pieter (11). Familie Breeuwsma nodigt een ieder uit voor de open dag van vrijdag 2 oktober. Bezoekers zijn tussen 10.00 en 16.00 uur welkom aan de Hiddemawei 4 in Nijland.