Doorgaan naar artikel

‘De overheid is ons grootste risico’

Aannemer Piet Meijer en melkveehouder Matthieu Koning hebben niet alleen dezelfde leeftijd (32 jaar), ze zijn ook eensgezind als het om ondernemerschap gaat of over de toekomstplannen. Grote groei hoeft van beiden niet.

Op gepaste afstand van elkaar zitten Matthieu Koning en Piet Meijer in de kantine van aannemingsbedrijf Melo Bouw aan tafel. De ongewisheid door de effecten van corona is meteen een belangrijk gespreksonderwerp. Dat geldt voor beiden. Mathieu Koning heeft er nu nog weinig last van, maar hij vreest dat de melk- en vleesprijs in elkaar klapt door de wereldwijde overproductie. “Een ramp”, noemt hij het. “Het enige wat je kunt doen, is scherp op de kosten letten en alleen het noodzakelijke aanschaffen”, merkt hij op en eraan toevoegend: “Er moet productiebeperking komen, dan blijft de prijs misschien overeind. Voor ons had het quotum moeten blijven.”

Piet Meijer kijkt wat verbaasd op. “Hoe kan dat nou? Zuivel is eten en eten moet je. Hoe kan het dan dat die prijs in elkaar zakt”, vraagt hij zich af. De uitleg van de veehouder over de melkexplosie in met name de VS en Canada en het feit dat de horeca in veel landen als afnemer van zuivelproducten is weggevallen, is voor hem een eyeopener.

Zelf verwacht de aannemer dat op korte termijn corona voor zijn bouwbedrijf nog niet nadelig uitpakt. De gevulde orderportefeuille geeft daar ook geen aanleiding toe. Anders ligt het op de wat langere termijn. “Iedereen die nu moet beslissen of hij wel of niet gaat bouwen, houdt zijn kruit nog droog. Daardoor is het moeilijk in te schatten hoe het over een half jaar of nog later met het werk zit. De bouw loopt altijd bij crisissen achter de overige economie aan.”

En dan zijn er altijd nog onverwachte gebeurtenissen waardoor de markt plotseling in elkaar zakt, zoals de bouw recent met PFAS en stikstof merkte. “Dat heeft ons behoorlijk ­geraakt. De orderportefeuille liep leeg.”

Stikstof

Stikstof is meteen ook een item waarmee beide sectoren kampen. Toch zien de twee ondernemers het niet als een concurrentie wanneer dadelijk de slag om opkoop van stikstof ontstaat. “Het ligt niet aan ons. Het ligt aan de grillen van Den Haag”, klinkt het eensgezind. Matthieu Koning is feller. “Ze zijn er blind voor geweest en hebben het bewust op z’n beloop gelaten, zodat ze nu een stok hebben om de veehouderij te slaan.”

De overheid zien ze als het grootste risico waar ze als ondernemer tegenaan lopen, naast de marktomstandigheden. “De overheid wil een probleem snel oplossen dat ­gewoon meer tijd nodig heeft. Er is een meerjarenplan voor nodig om tot het doel van stikstofvermindering te komen. Oude stallen het komende decennium afschrijven en nieuwe emissiearme stallen terugbouwen”, merkt Piet Meijer op over de stikstof.

Verzuipen in eigen ideeën

Wat is een goede ondernemer? Allebei moeten ze er even over nadenken. “Een goede boer hoeft nog geen goede manager te zijn. Een goede manager kan wel een goede boer zijn”, zegt Matthieu Koning enigszins cryptisch. Hij bedoelt ermee dat een veehouder fantastisch voor de melkproductie en het ruwvoer kan zorgen, maar het levert voor de onderneming niks op als hij vervolgens de ­financiën en de administratie verwaarloost of als hij ‘verzuipt’ in zijn eigen ideeën. “Een goede manager kan juist op die punten goed de vinger leggen. Die kan heel goed bepalen welke kant hij op wil met zijn veestapel. Hij heeft gewoon goed overzicht en schakelt ­anderen in als hij een onderdeel minder goed beheerst. Ik heb een enorme hekel aan ad­ministratie. Die doet mijn moeder en de accountant. Je betaalt de rekening en je bent er vanaf. Je moet weten waar je krachten liggen.”

Zelf vindt hij zich een manager met een liefhebberij: “Ik kan geweldig genieten van een mooie veestapel.”

“Als ondernemer moet je goed acteren op wat er om je heen gebeurt. Bijvoorbeeld, zoals nu, geen gekke dingen doen en hand op de knip en zorgen dat je de coronatijd zonder grote kleerscheuren doorkomt”, vindt Piet Meijer. “Je moet een totaal overzicht hebben binnen je bedrijf, een helikopterview. Als je ziet dat het minder gaat in een segment, ga je kijken naar andere markten.” Dat heeft hij ook gedaan, toen het voor zijn bedrijf bij de belangrijkste poot agrarisch met de stallenbouw veel minder ging. “En het is er nu nog steeds rustig”, voegt hij eraan toe. Hij heeft zich naast agrarisch vooral gericht op beton- en utiliteitsbouw. Daar had zijn bedrijf de kennis en kunde voor in huis en ook de machines en apparatuur zoals twee torenkranen en bekisting.

Net als de veehouder vindt hij dat een ­ondernemer voor zijn zwakke punten zijn versterking moet inschakelen. “En je mensen in het bedrijf ook verantwoordelijk durven maken voor zaken waar jezelf minder in bent.” Matthieu Koning knikt instemmend. “Dat is de kracht van een directie. Uiteindelijk doe je het met z’n allen.”

Zelf heeft hij ervaring met het werken met personeel, toen aan het ouderlijk bedrijf nog een tak bollenteelt was verbonden. “Dan heb je op de top ook vijftien man lopen en die moet je goed aansturen, de een meer dan de ander, maar als ondernemer ben jij het die het bepaalt. Je kunt best eens een grapje maken, maar dat mag niet ten koste gaan van de arbeid die moet worden geleverd.”

Piet Meijer haakt in: “Het is praten en breien tegelijk. Je moet een people manager zijn. Ik ben niks meer dan de jongens. En in een bedrijf als het onze werk je mee en moet je van alles iets afweten en kunnen. Net als een melkveehouder.”

Stabiliseren en optimaliseren

De melkveehouder werkt planmatig. Hij kijkt vijf jaar vooruit en neemt elk jaar met zijn voeradviseur een voerplan voor het jaar door gebaseerd op een geplande melkproductie. “Maar niks is zo onbetrouwbaar als de politiek. Je hebt je plan gemaakt en dan kun je het weer door een politieke beslissing overboord gooien met je doelstellingen”, kritiseert hij. Niettemin zet hij toch samen met ouders, echtgenote en de accountant de route uit voor een aantal jaren. “Het kan helemaal anders worden, maar dan heb je tenminste een punt waar je naartoe kunt werken.”

Een doel daarbij is geleidelijk groeien door aankoop van fosfaatrechten. “Je houdt daardoor je cashflow en je continuïteit in het ­bedrijf.” Die groei stopt als de stal met 115 koeplaatsen vol is. Meer hoeft niet van hem. “Dan stabiliseren en optimaliseren. Ik hecht ook aan een sociaal leven. Als je van 115 koeien kunt leven, dat is een aantal voor een gezond bedrijf. Waarom moet je dan 150 of 200 koeien? Om je heen zie je toch dat veehouders daardoor afbranden.”

Piet Meijer heeft al eens een meerjarenplan gemaakt voor de verplaatsing van het bedrijf in 2016. “Vanaf dat moment is het plan gewoon gestaag groeien, indien mogelijk. We willen niet willens en wetens groeien door maar werk aan te nemen voor slechte prijzen. Alleen als op een gezonde manier werk binnenkomt, willen we groeien en anders niet. Per kwartaal bespreken we dat samen met de boekhouder. Wil je een goede ondernemer zijn, dan probeer je een stabiele basis te hebben en die te behouden.” Matthieu Koning is het er roerend mee eens.

De twee hebben elkaar nog van alles te vertellen, over emigratie, nieuwe acties (niet doen, verlies je de publieke opinie), het genieten van de kinderen enzovoort. Binnenkort gaat de aannemer eens in Stompetoren bij de melkveehouder op bezoek.

115 koeien is ideaal

In Stompetoren heeft Matthieu Koning (32) samen met zijn moeder in een maatschap een melkveebedrijf. Hij koopt fosfaatrechten om te kunnen groeien naar de ideale omvang van zo’n 115 melkkoeien.
Het bedrijf telt 90 melkkoeien en 60 stuks jongvee. De stal uit 2009 biedt ruimte aan 115 melkkoeien. De gemiddelde melkproductie per koe zit op ruim 9.500 kilo per lactatie. De melk gaat naar Cono. 45 hectare grond is in eigendom, 10 hectare wordt gepacht. Het was het eerste VLOG-bedrijf in Nederland. Matthieu Koning is de zesde generatie op het bedrijf. Omzet in 2019 was ruim € 300.000.

Matthieu Koning in vier uitspraken
❶ ‘Voor ons had het melkquotum moeten blijven’
❷ ‘Een goede boer hoeft nog geen goede manager te zijn. Een goede manager kan wel een goede boer zijn’
❸ ‘Straks het bedrijf stabiliseren en optimaliseren. Ik hecht ook aan een sociaal leven’
❹ ‘Niks is zo onbetrouwbaar als de politiek. Zo kun je geen plan maken’

Grote risico’s mijden

Piet Meijer (32) is samen met zijn vader directeur-eigenaar van aannemingsbedrijf Melo Bouw in Heemskerk. Hij kiest voor spreiding in opdrachtgevers om zo grote risico’s te vermijden.
Aantal personeels­leden: 18. Samen met onderaannemers en tijdelijk personeel oplopend naar het dubbele aantal medewerkers. Dat hangt af van de opdracht. Aanvankelijk was het bedrijf sterk gericht op de agrarische sector. De laatste jaren schuift het bewust meer naar utiliteitsbouw, waar ook veel prefab wordt toegepast en voor een klein deel naar woningbouw. Omzet vorig jaar ruim € 6 miljoen.
Piet Meijer in vier uitspraken
❶ ‘Alleen op een gezonde manier willen we ­groeien en anders niet’
❷ ‘Durf medewerkers ook verantwoordelijk te ­maken voor zaken waar jezelf minder in bent’
❸ ‘Een goede ondernemer heeft een helikopterview voor zijn bedrijf’
❹ ‘Nu met corona geen gekke dingen doen en hand op de knip’

Bekijk meer

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin