
Zo n 50 jaar geleden werd mais geïntroduceerd in Nederland. In die tijd waren LG 5, LG 11 en Brutus rassen die in de noordelijke gebieden van Europa goed te telen waren. De toenmalige snijmais was immers een warmteminnend gewas dat op de koude gronden boven de grote rivieren slecht tot voldoende productie zou komen.
 Op het demoveld in Vollenhove zijn naast rassenkeuze ook bodem en bemesting belangrijke items. Verder komen voederbieten, Sorghum en (onder)zaai van groenbemesters aan bod.
Profytodsd heeft een maisdemo aangelegd in samenwerking met MAS seeds om kennis te delen met maistelers.

Zo’n 50 jaar geleden werd mais geïntroduceerd in Nederland. In die tijd waren LG 5, LG 11 en Brutus rassen die in de noordelijke gebieden van Europa goed te telen waren. De toenmalige snijmais was immers een warmteminnend gewas dat op de koude gronden boven de grote rivieren slecht tot voldoende productie zou komen.
Op het demoveld in Vollenhove zijn naast rassenkeuze ook bodem en bemesting belangrijke items. Verder komen voederbieten, Sorghum en (onder)zaai van groenbemesters aan bod.

In Nederland zijn de maisrassen over het algemeen van het ‘Flint-type’. Het ras MAS 29T (FAO 240) is een ‘Dent-type’, wat volgens de leverancier betekent dat de zetmeel beter beschikbaar is voor de koe.

Afgelopen jaar is het vroegste ras MAS 08F (FAO 180) en hoge zetmeelopbrengst (105) op de rassenlijst geplaatst.

Er is 60 m3 RVDM per hectare bemest. Met PRP Explorer (korrel) en N-xt vloeibare maismeststof met RootStimulate wordt de beschikbaarheid van de meststoffen in de plant positief beïnvloed.

Root-stimulatie, goede beworteling is van essentieel belang.

Ook zonder meststoffen, maar met de bacteriepreparaten Free N en Free PK, wordt getoond dat mineralen voldoende kunnen worden vrijgemaakt om benut te worden door de plant.

In de komende jaren worden telers verplicht om op zand en dalgrond een groenbemester in te zaaien, die de overgebleven mineralen kan vastleggen om inspoeling in diepere lagen te voorkomen.

Als we in de toekomst vóór 1 oktober moeten hebben ingezaaid, is de rassenkeuze op vroegheid dus zeer belangrijk.

Ook kunnen we verschillende groenvoedergewassen/mengsels zien op deze demo, die ingezaaid kunnen worden na de oogst van de mais.

Hier een Landsberger Gemengde Voedermengsel met 50% Italiaans raaigras, 30% Inkarnaat klaver en 20% winterwikke; totaal 50 tot 70 kilo per hectare.

In de veehouderij wordt de laatste jaren ook meer naar eigen krachtvoerwinning gekeken. Daarbij komt de kringlooplandbouw meer in beeld als we voederbieten gaan verbouwen.

Voederbieten zijn een zeer smakelijk krachtvoer welke samen met gras en snijmais een energierijk product kan geven. Op de demo wordt de teelt van voederbieten verder belicht aan de hand van de twee rassen voederbieten die daar zijn gezaaid. Het ras Rivage van MAS Seeds (R) en Rialto van LGSeeds (L).

Nieuw is de teelt van Sorghum. Het is een subtropisch gewas waar verder in geselecteerd zal moeten worden om voldoende productie en voedingswaarde te genereren in ons land. Kwekers van DSV zijn volop bezig om daar invulling aan te geven.

Op de demo staat het ras Nutri Honey er prachtig op. De hoge opbrengst onder droge of extreme omstandigheden, de relatief eenvoudige teelt en het gunstige effect op de bodem brengen deze exoot bij de praktijk in beeld. De huidige generatie van het tropische gewas sorghum is vrij koudegevoelig en wordt gezaaid vanaf 15 mei of bij een bodemtemperatuur van 12 tot 14 graden. Bij tijdige zaai rijpt Nutri Honey in oktober af.

De demo staat er prachtig bij en geeft een goed beeld hoe we de komende jaren optimaal voedergewassen kunnen telen.