Doorgaan naar artikel

‘Van de beste genetica heb je nooit spijt’

Afbeelding partner

Als adviseur veestapelmanagement bij CRV bezoekt Tonnie Vissers veel melkveebedrijven, kleine en grote, behoudende en vooruitstrevende. Met sommige veehouders heeft hij al een lange relatie.

Voor Tonnie Vissers is duurzaamheid de basis van de fokkerij. ‘Het is de belangrijkste factor die er is. Als een koe wordt afgevoerd is dat doorgaans niet omdat de leeftijd een rol speelt. Meestal is de koe niet goed vruchtbaar, of heeft ze problemen met de gezondheid van het uier of de klauwen.’

Levensduur is volgens Tonnie sterk afhankelijk van een aantal factoren. ‘Gisteren was ik op bezoek bij een veehouder die nogal gefocust was op het exterieur van zijn koeien. Maar ik vertelde hem dat het exterieur niet het belangrijkste is voor de levensduur. Een koe wordt oud omdat ze goed blijft produceren en haar gezondheid in orde blijft.’

Waar komt het bij de stierkeuze dan op aan? Tonnie: ‘De gemiddelde koe heeft 3,5 lactaties en geeft gemiddeld 31.000 liter, laten we zeggen 10.000 liter per lactatie. Geeft een koe gemiddeld 9.000 liter per lactatie, dan hoeft dat helemaal geen punt te zijn als ze maar een lactatie langer meegaat. Uiteindelijk is de levensproductie toch groter, namelijk 36.000 liter. Levensduur is dus een van de allerbelangrijkste kenmerken bij de stierkeuze.’

Stieradvies

Waar moet ik als veehouder die voor levensduur gaat naar kijken als ik de stierenkaart voor me heb? ‘CRV heeft het kengetal Better Life Gezondheid ontwikkeld om aan te geven van welke stieren je gezonde koeien mag verwachten die oud kunnen worden’, legt Tonnie uit. ‘Kies voor stieren die goed scoren voor Better Life Gezondheid in combinatie met een hoge nvi. Met behulp van SAP stieradvies kom je voor elke koe tot de beste match. Stieren die er momenteel voor levensduur uitspringen zijn bijvoorbeeld Titanium en Atlantic, of jonge talenten als Bravo, Final, Bombay en Danno.’

Veehouders hebben momenteel te maken met een lage melkprijs. Is het een optie om wat minder aan genetica uit te geven? Tonnie trekt z’n wenkbrauw op: ‘Genetica is het laatste waar ik op zou beknibbelen. Als straks de melkprijs weer aantrekt, zit je met een veestapel die niet optimaal rendeert of zelfs steken laat vallen.’

Volgens Tonnie is er nog een reden om niet op genetica te bezuinigen. ‘Het bedrag dat je in goede genetica investeert verdient zich dubbel en dwars terug. Een rekenvoorbeeld: de opfok van een melkgevende vaars kost je in totaal 1.500 euro. Heb je 100 koeien, dan heb je 50 stierkalfjes en 50 vaarskalfjes. Die 50 vaarskalfjes opfokken kost dan in totaal 75.000 euro. De spermakosten – 200 rietjes à 20 euro – zijn 4.000 euro. Daarvoor heb je dan topgenetica met minstens 250 nvi. Neem je echter goedkopere rietjes van 15 euro met 150 nvi dan betaal je weliswaar 1.000 euro minder aan sperma, maar omdat je stieren van 150 nvi had gekozen, heb je per lactatie per koe 70 euro minder opbrengst. Zo zie je dat de beste genetica moeiteloos wordt terugverdiend.’

Dus je doet jezelf tekort als je voor minder gaat? Tonnie: ‘Absoluut. De veehouders waar ik regelmatig kom en die uitstekende cijfers voor economisch jaarresultaat (EJR) hebben, kiezen altijd het beste van onze kaart, omdat ze uit ervaring weten dat deze investering zichzelf terugbetaalt. Ze werken met productieve en gezonde koeien die langer op het bedrijf blijven. Dat is duurzaam boeren.’

Duurzaamheidskanjers met 10.000 kg vet en eiwit: Glinzer Jettie 57 (v. Bongo) en
Glinzer Jettie 45 (v. Lord Lilly) van J. Vos uit Godlinze.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin