Doorgaan naar artikel

77% veehouders kiest voor melkrobots bij nieuwbouw of renovatie

Het vertrouwen in melkrobots neemt verder toe. 77% van de melkveehouders schaft melkrobots aan bij nieuwbouw, renovatie of uitbreiding. In 2010 was dat nog 53%. Investeren in conventionele melksystemen neemt af.

Meer dan driekwart van alle nieuw geïnstalleerde melksystemen in 2021 zijn melkrobots, blijkt uit gepubliceerde cijfers van Stichting KOM (12 december 2021). Van 755 nieuw opgeleverde melksystemen zijn 578 automatische melksystemen. De zij-aan-zij en visgraat melkstal volgen met respectievelijk 89 en 54 installaties. “Tien jaar geleden zag je vaak één of twee melkrobots op een bedrijf, nu komen vier tot acht robots op grotere melkveebedrijven meer voor”, merkt Johan Grolleman, onafhankelijk melkwinningsadviseur. Hij verwacht op langere termijn dat het gros van de melkveehouders automatisch gaat melken. “Kosten en beschikbaarheid van arbeid en fysieke ontlasting zijn de belangrijkste drijfveren hiervoor. Ook al melk je in een moderne carrousel, het blijft toch fysiek en repeterend werk.”

Arbeidsbesparing vaak leidend

DeLaval verkoopt zowel melkrobots als conventionele systemen. “Nu kiezen meer veehouders voor robots, besparing op arbeid en flexibele inzet van arbeid zijn daarin vaak bepalend”, zegt André de Leeuw, solution manager VMS bij DeLaval. “Tien jaar terug waren melkveehouders met veel koeien nog wat huiverig of robots betrouwbaar genoeg waren. Nu weet iedereen wel dat je met meer robots technisch prima veel koeien kunt melken.” Lely signaleert dat melkveehouders met meer dan 350 koeien nu andere keuzes maken dan tien jaar geleden. “Deze groep kiest nu vaker voor robots dan voor draaimelkstallen. Wat opvalt is dat sommige veehouders hun melkstal jonger dan tien jaar vervangen door automatische melksystemen”, zegt Marcel Hendriks, key accountant manager dairy XL bij Lely. Hij geeft aan dat arbeidsefficiëntie, drie keer daags melken en flexibel zijn in je dagindeling belangrijk zijn voor het kiezen van melkrobots. “Maar zeker ook de kortere terugverdientijd ten opzichte van conventionele melksystemen.” Volgens De Leeuw maken veehouders met 250 tot 300 koeien ook eerder de keuze voor robots omdat de capaciteit per robot groter is geworden. “We praten nu over 180 tot 200 melkingen per etmaal. Dat is 10% hoger dan het was, dankzij innovatie van de robottechniek. Het gehele melkproces loopt vlotter door tot 50% sneller aansluiten, goede uierstimulatie, kwartierafname en op het juiste moment afnemen”, zegt De Leeuw.

Maatschap Tap bouwt nieuwe stal met 7 melkrobots

Maatschap Tap bouwt in Biddinghuizen (Fl.) een nieuwe stal voor 450 koeien en gaat melken met zeven melkrobots. Arbeidsbesparing is doorslaggevend, naast drie keer daags melken en vrij koeverkeer.
Melkveehouder John Tap melkt nu nog 210 koeien in Zeewolde in een 2×11 visgraatmelkstal. “Vanaf half februari 2022 gebeurt dat in Biddinghuizen met zeven Lely Astronaut A5-melkrobots”, vertelt Tap. Op de nieuwe locatie is een 3+3 rijige ligboxenstal gebouwd voor 450 melk- en kalfkoeien. Het jongvee blijft op het bedrijf van John’s ouders. Oorspronkelijk wilde de maatschap een carrousel installeren. “Nadat we in gesprek kwamen met Lely en op bedrijven met meer melkrobots zijn gaan kijken, is toch gekozen voor automatisch melken”, zegt Tap, die op het bedrijf in Zeewolde al werkt met een melker. Voor de uitbreiding in aantal koeien zijn met een conventioneel systeem nog meer melkers nodig. “In onze dunbevolkte regio is het lastig om aan personeel te komen. Als je geen goede melkers kunt vinden, heb je niets aan een goede melkstal.”
Meer melk per koe
Tap wil ook graag drie keer daags melken voor meer melk per koe. “Met een draaimelkstal heb je met een extra melkbeurt meer personeelskosten. En met wisseling van melkers kan het lastig zijn om de melkkwaliteit op peil te houden. Vrij koeverkeer zorgt voor het natuurlijke ritme van de koe en dat optimaliseert de resultaten.” In de nieuwe stal komen drie groepen koeien, elk met twee melkrobots en een opstartgroep van verse koeien op één robot. “In aanschaf is een buitenmelker ook niet goedkoop en bij stijgende arbeidskosten wordt conventioneel melken alleen maar duurder.” In de oriëntatie op melkrobots zijn meer leveranciers benaderd. “Wij vonden dat Lely een duidelijk verhaal had over een optimale stalinrichting voor robotmelken en wat automatisch melken betekent voor de dagelijkse routine.”

Keuze voor conventioneel systeem

70% van de melkveehouders in Nederland melkt nog met een conventioneel systeem en 25% die een nieuwe stal bouwt, renoveert of de melkcapaciteit uitbreidt, kiest voor een conventioneel systeem. “Tien jaar geleden was er veel nieuwbouw met grote uitbreidingen en installaties van carrousels. Nu is er veel vraag naar renovatie en inpandige nieuwbouw”, merkt Marijn de Korte van Dairymaster. “Wij verkopen veel modulaire swingover melkstallen van 2×6 tot 2×30 units en kunnen dit prefab systeem binnen een dag plaatsen. Dit type melkstal heeft een hoge capaciteit en is in veel gevallen geschikt voor één melker.” Voor de buitenmelker heeft Dairymaster een automatische aansluitarm in ontwikkeling.

Chris van Winsen van DeLaval, verantwoordelijk voor de verkoop van conventionele systemen, noemt waarom veehouders hiervoor kiezen. “Sommige veehouders vinden melken gewoon mooi, willen de koeien twee keer daags zien en blijven op die manier melken”, vertelt Van Winsen. “Er is groep veehouders die kiest voor een duidelijke dagindeling met vaste melktijden. Het zijn soms ondernemers met een andere tak erbij, zoals bijvoorbeeld een akkerbouwtak of loonwerk. Als het melken klaar is, kunnen ze zich volledig richten op andere taken op het bedrijf.” Het derde argument is geleidelijk kunnen groeien in aantal koeien. “Met robots is elke groeistap met 60 koeien tegelijk en dat wil niet iedereen.” Een vierde reden is dat er voldoende eigen arbeid voorhanden is op sommige familiebedrijven. De wens om te blijven weiden met grotere koppels koeien kan ook doorslaggevend zijn voor de keuze van een draaimelkstal of ander conventioneel systeem.

‘Draaimelkstal past goed bij ons en bij weidegang’

Maatschap De Koe melkt sinds juli 2021 in een 40-stands buitenmelker van DeLaval. Drijfveren hiervoor zijn: voldoende eigen arbeid, plezier in melken en kunnen combineren met weidegang.
Familie De Koe is in 2021 overgeschakeld van een 2×12 50 graden melkstal naar een 40-stands E100 draaimelkstal. Aanleiding zijn 60 extra koeien van de buurman, waarmee de maatschap samenwerkt. “Met 60 koeien meer, zijn we per melkbeurt in twee uur klaar. Voorheen kostte het drie uur per keer. Pluspunten zijn de hoge capaciteit en rust van de carrousel en een afgebakende melktijd”, vertelt Jan de Koe. “Ook weiden we graag onze koppel van 280 koeien. Qua organisatie vonden we dat met vier melkrobots te ingewikkeld.” Ook speelt mee dat de Friese familie met vier personen voldoende eigen arbeid heeft om zelf te melken. Jan wisselt zijn melkbeurt af met die van zijn broer Gysbert, vader en neef van zijn vader. “Je kunt in de carrousel met één persoon melken en de lichte Evanza melkstellen en de beweegbare vloer zijn plezierig voor de melker.”
Systeem moet bij bedrijf passen
De maten vonden het belangrijk om te kiezen voor een systeem dat bij hun melkveebedrijf en de mensen past. “We hebben wel gekeken naar kosten van verschillende systemen, waaronder robots, maar dat is niet doorslaggevend. Alhoewel de exploitatiekosten van de carrousel wel lager liggen dan van robots.” Tegelijkertijd met de draaimelkstal kwam er ook een nieuwe grotere melktank van DeLaval met warmteterugwinning voor het woonhuis. “We kwamen tot een goed totaalpakket.” De Koe is het eerste bedrijf in Nederland dat met de relatief nieuwe E100 draaimelkstal melkt. “In het begin kwamen we nog wat haperingen tegen in de koeherkenning en het goed bewegen van de beugels achter de koeien. Maar DeLaval heeft dat allemaal keurig opgelost en we zijn zeer tevreden over de service.”

Kosten melksysteem

“Een swing-over-melksysteem is financieel aantrekkelijk door de geringe arbeidsbehoefte en lage onderhoudskosten”, zegt De Korte. Bij robotboeren is het saldo 77 cent per 100 kilo melk lager ligt dan bij melken in een melkstal, met name door hogere onderhoudskosten. Dat blijkt uit een onderzoek van Alfa Accountants. Hendriks tekent hierbij aan dat is gerekend zonder kosten voor eigen arbeid. Als veehouders melkers inhuren, komen er nog extra personeelskosten bij. “Henk Hogeveen, hoogleraar aan de WUR, heeft eens aangegeven dat als arbeid meer dan € 25 per uur kost, automatisering qua kosten niet meer ter discussie staat”, zegt De Leeuw. Grolleman ziet dat arbeid steeds duurder wordt. “Naast hogere kosten van personeel, is de beschikbaarheid van goede melkers wereldwijd ook een probleem. In Nederland zie je dat melkers het kleine aantal uren waaraan ze kunnen verdienen steeds minder interessant vinden. Dan is het moeilijk om melkers voor langere tijd vast te houden”, zegt Grolleman. “Als er al een vaste ploeg melkers blijft, is het de kunst om de koeien consistent te melken. Protocollen helpen, maar hoe controleer je of dat goed gaat?” Volgens Hendriks laat het onderzoek van Alfa Accountants ook zien dat de hogere melkproductie met robotmelken op bedrijfsniveau de lichte daling van het saldo per kilo melk compenseert. “En het zorgt voor een toename van de efficiëntie, zowel van de fosfaat- als stikstofgebruiksruimte.”

Batch milking

In de toekomst kan batch milking voor bedrijven met meer dan 250 koeien ook een oplossing zijn. “Dit is het melken van groepen koeien met melkrobots op vaste tijden ofwel een combinatie van robotmelken met een conventionele aanpak”, zegt De Leeuw. In 2010 introduceerde DeLaval het zogenoemde batch milking door het plaatsen van een groot aantal robots in haar AMR-draaistal. DeLaval werkt nu met dit concept met haar VMS V300- en V310-melkrobots en een wachtruimte. “Het voordeel is dat het melken en selectie van koeien is geautomatiseerd en je de inzet van arbeid clustert op twee tot drie vaste momenten per dag”, legt De Leeuw uit. “Eén persoon kan separatiekoeien behandelen, insemineren of droogzetten en tijdens het melken andere stalwerkzaamheden uitvoeren. Met dit systeem is beweiding ook beter te organiseren.” Hendriks merkt op dat benutting van deze voordelen wel een forse investering in robotcapaciteit vraagt.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin