Doorgaan naar artikel

Insemineer niet op speculatie melkprijzen

Met een persistente veestapel en aangepast management zijn economische verschillen tussen insemineren vanaf dag 50 tot dag 125 in lactatie niet zo groot, blijkt uit een proef op Dairy Campus. Laat insemineren vanaf dag 200 kost wel rendement.

Foto: Herbert Wiggerman

Door de hoge melkprijs kunnen veehouders in de verleiding komen om koeien later te insemineren voor meer melkgeld. Maar de kortetermijnwinst van een verlengde lactatie is niet goed voor het rendement op langere termijn.

De melkprijs is op dit moment met ruim 60 cent per liter hoog. Het doelbewust verlengen van de lactatie van melkkoeien door het inseminatiemoment uit te stellen, levert nu direct extra melkgeld op. “Het is zeker extra winst op korte termijn”, zegt Rick Hoksbergen, branche-expert melkveehouderij van Countus. “Maar bij later insemineren van koeien dan gebruikelijk gaat de gemiddelde productie van de melkveestapel omlaag.” Een paar vuistregels: een maand later insemineren, kost 200 liter melk per koe. Dikkere melk van oudmelkte koeien heeft weliswaar 0,2% meer vet en 0,3% meer eiwit, maar de dagproductie in grammen eiwit en vet per koe daalt met ongeveer een derde.

Later insemineren is volgens Countus ook alleen maar interessant als je zeker weet dat de melkprijs over een aantal maanden weer hard zakt. “Maar dat is speculeren. Als de melkprijs maar heel geleidelijk en beperkt zakt, kun je beter je koeien op tijd droogzetten”, zegt Hoksbergen. Hij geeft aan dat het financiële voordeel van langer doormelken maar heel beperkt is. Bij oudmelkte koeien die nog 20 liter per dag geven met hogere gehaltes, dan rekent hij nu met een opbrengstprijs van 70 cent per liter. Dat levert dan € 14 per koe per dag op. Als diezelfde koe zes weken later weer aan de melk is, levert dat 40 liter keer 60 cent op, is € 24. Dat betekent concreet dat je nu per dag € 14 extra per koe pakt, maar een opbrengst van € 24 per dag verder vooruitschuift. “Economisch gezien pakt dat slecht uit”, concludeert Hoksbergen. “Veehouders halen in het algemeen meer winst met inkorten van de droogstand van 50 naar 30 dagen. Voor bedrijven met een hele persistente veestapel is een langere tussenkalftijd economisch eerder acceptabel.”

Voor- en nadelen verlenging lactatie

Het verlengen van de lactatie heeft plus- en minpunten (zie kader Voor- en nadelen van een lange lactatie door koeien later te insemineren). “Een lange lactatie is beter voor het dierenwelzijn, maar niet voor het rendement”, zegt Henk Hogeveen, hoogleraar bij de leerstoelgroep bedrijfseconomie van Wageningen University & Research. “Een lange lactatie en later insemineren kost per koe op jaarbasis altijd melk. Bij vroeg insemineren en een kortere tussenkalftijd realiseer je een hogere melkproductie per koe per jaar. Niet te verwarren met de productie per koe per lactatie. Ook de meer persistente koeien geven bij een kortere tussenkalftijd jaarlijks meer melk. Bij een hoge melkprijs is het voordeel van deze hogere melkgift groter. Dat pleit voor een korte tussenkalftijd”, aldus Hogeveen. Hij stelt dat je alleen een andere overweging kunt maken, als je verwacht dat de melkprijs over tien maanden veel lager is. “Maar dat is koffiedik kijken, ik zou daar met insemineren geen rekening mee houden.”

Erik van Gorp, senior bedrijfsadviseur van ABAB, is het eens met Hogeveen. “We hebben hier niet aan gerekend. Maar doorgaans is een melkveebedrijf gebaat bij continuïteit en spreiding van arbeid, kalvingen, verse koeien en melkaanbod. Los daarvan draait de wereld ook door na de huidige prijspiek en dan is een stabiele melkleverantie juist belangrijk voor een constante kasstroom.”

Daarnaast verwacht hij problemen bij uitstellen van het inseminatiemoment. Zoals vervetting tegen droogstand, meer problemen rondom afkalven, een te grote negatieve energiebalans, moeilijker drachtig worden en kans op vroegtijdige afvoer. Van Gorp adviseert om altijd te streven naar een tussenkalftijd die past bij het bedrijf, koeien en ondernemer. “Stem daar het inseminatiemoment op af en houd daaraan vast. Want nu op basis van de huidige melkprijs je koers wijzigen, kan nog wel eens een flinke rekening achteraf betekenen.”

Simon Doornenbal, melkveehouder en consultant van Boerenverstand, stelt dat het niveau van de melkprijs voor hem ook geen argument is om het inseminatiemoment te veranderen. “Want vruchtbaarheid is iets van de lange adem en passend bij de doelstelling van een melkveebedrijf. Het is geen jojo die je op het ene moment hoog en op het andere moment laag kunt hebben.”

CRV ziet ook geen verandering in het inseminatiemoment bij melkveehouders. Die houden volgens de fokkerijorganisatie vast aan vaste waardes en doelen.

Transitiemanagement is cruciaal

Een lage tussenkalftijd is alleen mogelijk met een gezonde en vruchtbare veestapel. “Als je koeien vroeg insemineert, heb je op jaarbasis meer afkalvingen en meer kritische transitieperiodes en mogelijk meer aandoeningen die hiermee samenhangen”, zegt Hogeveen. “Op basis van celgetal en vet/eiwitverhouding, als maat voor metabole aandoeningen, zien wij in routinegegevens eigenlijk geen verschil in bedrijven met een korte of lange tussenkalftijd.”

Het is echter niet eenvoudig om een korte tussenkalftijd in combinatie met gezonde koeien en een persistente melkproductie te realiseren. Het vraagt om een goed diergezondheids- en transitiemanagement. “Persistentere koeien blijven lang veel melk per dag geven. Het droogzetten van deze koeien is een vak apart, maar met het juiste voedingsmanagement kun je veel bereiken”, zegt Jan Speerstra, eigenaar van Speerstra Feed Ingrediënts (zie kader Maatregelen die een persistente melkproductie stimuleren).

“Een optimale voeding in elk fase van de koe is de basis voor persistentie. Net als vaker melken per dag en een hoge piekproductie. Voorkom daarom opstartproblemen.”

Volgens Speerstra moet ook het lactosegehalte in de melk in de tweede helft van de lactatie voldoende hoog blijven. “Want meer lactose betekent meer melk. Voer daarvoor voldoende eiwit van een goede kwaliteit.”

Vaarzen zijn vaak persistenter dan koeien. “Een veelgemaakte fout is een te snelle afbouw van de krachtvoergift bij vaarzen. Daardoor gaan ze te schraal de droogstand in en produceren ze als tweedekalfskoe minder melk. Naast veel melk geven, groeit een vaars ook nog, dat wordt vaak vergeten.”

Maatregelen die een persistente melkproductie stimuleren

Of later insemineren financieel uit kan, hangt vooral af van de melkopbrengst en gehaltes in de tweede helft van de lactatie. Een goede piekproductie betekent de gehele lactatie meer melk. “De basis daarvan ligt in de droogstand”, zegt Jan Speerstra, eigenaar van Speerstra Feed Ingredients. Hij geeft een groot aantal tips voor een persistentere melkproductie:

· Zet koeien in de juiste conditie droog. Te dikke en te schrale koeien bij afkalven, zijn vaak minder persistent.
· Zorg voor een uitgebalanceerd droogstandsrantsoen met aandacht voor de kation-anionbalans (KAB) en voer op de juiste rantsoennormen voor droge koeien.
· Stimuleer een hoge droge stofopname in de droogstand en voorkom melkziekte.
· Laat koeien afkalven met een schone lever. Verstrek pensbestendig choline in de droogstand, dat zorgt voor een optimale glucose- en lactosevoorziening na afkalven.
· Voer in het begin van de lactatie een glucogeen (energierijk) rantsoen. Dan mobiliseert een koe minder lichaamsreserves om de negatieve energiebalans op te vangen. Het kost haar dan geen energie om de afgebroken reserves later weer aan te zetten en dat werkt positief op de productie in de tweede helft van de lactatie.
· Zorg in de tweede helft van de lactatie voor een goede eiwitvoorziening. Als een koe dan te weinig eiwit krijgt, remt dat de productie van het hormoon Bovine SomatoTropine (BST) en stijgt de insulineproductie. BST verhoogt de melkproductie door voer beter om te zetten in melk. Met minder BST en meer insuline gebruikt een koe meer voer voor lichaamsaanzet of groei dan voor melkproductie.
· Voer meer vet. Gefractioneerd vet (C16:0) onderdrukt de insulinespiegel in het bloed, waardoor koeien persistenter produceren en minder lichaamsreserve aanzetten. Dit voorkomt ook dat koeien te vet de droogstand in gaan.
· Voer niet te veel (bestendig) zetmeel in tweede helft lactatie, want dat geeft meer kans op groei en vervetting.
· Neem bij warme dagen maatregelen om de gevolgen van hittestress te voorkomen, want hittestress werkt negatief op een persistente productie.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin